Landgoed de Lage Lier

Achtergrond afbeelding 1

In het kort

De vertelling van het landgoed
Wie zijn wij?
Wat willen we?
Onze aanpak
De waarde voor de omgeving
Onze sterke basis
De bestuurlijke context
Onze ambitie
De vertelling van het landgoed
Wie zijn wij?
Wat willen we?
Onze aanpak
De waarde voor de omgeving
Onze sterke basis
De bestuurlijke context
Onze ambitie
Achtergrond afbeelding 2

Vraag en Antwoord

Antwoord op veelgestelde vragen
Achtergrond afbeelding 2

Landschap

Geologie

Het landschap waarin het landgoed wordt ontwikkeld ontstond in de voorlaatste ijstijd, ongeveer 160.000 jaar geleden. Grote delen van Noord-Europa waren bedekt met honderden meters dik landijs dat zich vanuit Scandinavië naar onze streken uitstrekte tot in de omgeving van Nijmegen, Mook en Groesbeek. Twee gletsjertongen die bij Groesbeek en Kranenburg lagen hebben enorme massa’s zand, grind en klei opgestuwd tot circa 100 meter hoge heuvels die we nu stuwwal noemen. Door erosie in latere tijden spoelde aan de westkant van de stuwwal een deel van de stuwwal richting Maasdal af en vormde daar de zogenaamde spoelzandvlakte of sandr. Vooral in de laatste ijstijd, ongeveer 15.000 jaar geleden, vormde het afstromende water op de bevroren ondergrond stroomdalen waarvan er thans nog talloze als zg. droogdalen in het stuwwalgebied zijn te herkennen. De spoelzandvlakte in onze regio strekt zich uit van Nijmegen via Malden tot Mook en ligt westelijk van de stuwwal ter plaatse.


Cultuurhistorie

Al in de Romeinse tijd liep er een belangrijke verbindingsweg van het toenmalige Novio Magus (Nijmegen) via een Romeinse brug over de Maas naar Ceuclum (Cuijk) en van daar verder naar het zuiden. Het is welhaast zeker dat de weg vanuit Nijmegen via een wachtpost in Heumensoord het traject van de huidige Bosweg en Kuilseweg volgde. De westelijke begrenzing van het te stichten landgoed loopt voor een groot deel langs dit Romeins relict. De weg was hoogstwaarschijnlijk buiten Nijmegen niet meer geplaveid en daarom moeilijk in het huidige landschap terug te vinden.


Natuurhistorie

De rijkdom aan plantensoorten in het gebied kan niet beter worden verwoord dan in het volgende citaat uit 1973 van de beroemde botanicus prof. dr. Victor Westhoff:
“Van oudsher is de omgeving van Nijmegen bij floristen bekend als een der soortenrijkste gebieden van ons land. Nog altijd kan men bijna tweederde van de in Nederland voorkomende soorten hogere planten vinden in een cirkel met een straal van 15 km vanuit Nijmegen. In een betrekkelijk klein gebied als het natuurreservaat de Duivelsberg zijn met minder dan 444 soorten hogere planten waargenomen.

Achtergrond afbeelding 2

Landgoed

Omgeving

In dit deel van de website worden een aantal aspecten beschreven die van belang zijn bij een optimale inpassing van het landgoed in zijn fysieke omgeving.
Meerwaarde van een landgoed
Door de specifieke ligging en structuur kan het landgoed op meerdere wijzen zowel vanwege de natuur als vanwege de recreatieve beleving een sleutelrol vervullen. Vanwege de beleving van de natuur:


Landschapsplan

Het landschapsplan voor het landgoed is gericht op de instandhouding en verdere ontwikkeling van de natuurlijke rijkdommen aan flora en fauna in het gebied. Het landschapsplan is de basis voor de een rangschikking als landgoed onder de Natuurschoon Wet (NSW). De aanvraag is in mei 2013 door de Stichting Landgoed De Lage Lier ingediend bij de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken en is daar inmiddels goedgekeurd. Aan het landschapsplan zijn een aantal doelstellingen verbonden die hieronder uitgebreider worden besproken.


Woonensemble

Er is voor gekozen om het woonensemble centraal aan de oostkant in het landgoed in te passen. Belangrijkste argumenten voor deze locatiekeuze zijn:
Het woonensemble staat op zichzelf en is geen uitbreiding van Malden of Molenhoek omdat er natuur ligt (minimaal 150 m) tussen het woonensemble en de woonwijken van Malden en Molenhoek. De natuur in het landgoed wordt zo min mogelijk verstoord en ontsierd omdat gekozen is om de bestaande weg te gebruiken als toegangsweg naar het landgoed. De versnippering van het landgoed wordt hiermee geminimaliseerd.

Achtergrond afbeelding 3